Met Glabbeek Feest vieren we vandaag na een gedwongen coronapauze al enkele jaren de Vlaamse feestdag. Vandaag wordt sinds 1973 herinnerd aan de slag op 11 juli 1302, waar een Vlaams leger dat vrijwel volledig bestond uit ambachtslieden en boeren het opnam tegen het complete Franse ridderleger. Deze strijd kwam voort uit het sociale conflict tussen patriciaat en ambachten, met in de achtergrond nog een ander belangrijk conflict, namelijk de strijd van de grote steden tegen de kleinere steden en dorpen op het platteland.
Dat brengt mij onmiddellijk bij mijn thema van vanavond, waarom ik als burgemeester enorm fier ben op ons gezellig klein dorp en mij daarom verzet tegen zowel vrijwillige als gedwongen gemeentefusies waarvan geen enkel bewijs geleverd wordt dat de inwoners van Glabbeek hier beter van zouden worden. Het tegendeel is namelijk waar en ons verzet als gemeentebestuur is enkel gebaseerd op feiten en studies.
Intussen bewijzen meerdere studies dat gemeentelijke fusies niet zorgden voor lagere uitgaven en al zeker niet voor betere dienstverlening voor de inwoners. Enkele jaren geleden werden 197 gemeenten in Nederland gefusioneerd tot 75 nieuwe gemeenten met gemiddeld 40.000 inwoners. De Nederlandse regering beoogde met haar gemeentelijke fusies maar liefst één miljard euro per jaar te kunnen besparen. Uit studies van de Rijksuniversiteit Groningen blijkt intussen echter dat gemeentelijke fusies om financiële redenen compleet zinloos zijn. De gemeentelijke voorzieningen bleken er bovendien niet beter van te worden en de gemeentelijke werkingskost van deze gefuseerde gemeenten is vandaag zelfs 20% duurder. Uit de fusies van de afgelopen tien jaar blijkt dat zonder uitzondering de nieuwe grotere gemeenten meer kosten dan de gemeenten waar ze uit voortkomen en de dienstverlening voor de inwoners slechter werd. Politici die regelmatig lopen te toeteren dat grotere gemeenten een betere dienstverlening zouden hebben en minder kosten vertellen dus reinste onwaarheden.
Voorstanders van gemeentefusies beweren ook steeds dat grotere gemeenten meer financiële slagkracht zouden hebben. Maar ook dit argument wordt in elke financiële doorlichting van de gemeenten in Vlaanderen totaal onderuit gehaald. Want over die financiële gezondheid van de kleinere en grotere Vlaamse gemeenten valt namelijk één en ander te vertellen. Het zijn namelijk vooral de grotere gemeenten en steden die het financieel al jaren niet meer aankunnen, terwijl uitgerekend zij al jaren veel meer middelen uit het gemeenten- en stedenfonds ontvangen dan de kleinere gemeenten. Grote gemeenten doen het vandaag financieel allemaal veel slechter dan kleinere gemeenten die doordacht, bescheiden en voorzichtig met de publieke financiën omspringen.
Op basis van de officiële cijfers van 2019 van het Vlaams Agentschap Binnenlands Bestuur heeft Glabbeek een schuld per inwoner van 770 euro en is deze in de buurgemeenten zoals Bekkevoort: 2.161 euro, in Kortenaken: 1.476 euro, in Tielt-Winge: 1.311 euro en in Tienen: 1.536 euro. Eender welke fusie van Glabbeek met één of meerdere van deze buurgemeenten zou dus de schuld per inwoner onmiddellijk verdubbelen of zelfs verdrievoudigen. De enige gemeenten in de regio die een vergelijkbare schuldengraad hebben met ons dorp zijn Lubbeek en Linter.
En in Mechelen, U weet wel de gemeente waar de bevoegde Vlaamse minister Bart Somers titelvoerend burgemeester is en die onlangs nog zonder slag of stoot Boortmeerbeek dacht te kunnen annexeren in een andere provincie is de schuld per inwoner met 3.474 euro de allerhoogste in Vlaanderen.
En als we dan de gemeentebelastingen van Glabbeek gaan vergelijken met buurgemeenten Tielt-Winge, Kortenaken, Bekkevoort en zelfs de aanpalende stad Tienen dan merken we dat de totale gemeentelijke belastingdruk en zeker de onroerende voorheffing op een woning in onze gemeente veel lager is dan in al deze buurgemeenten. De gemeentelijke personenbelastingen schommelen in alle gemeenten in de regio tussen de 7% en 8%. Maar de grote verschillen zitten in andere belastingen en vooral de onroerende voorheffing op een eigen woning. Onze gemeentelijke onroerende voorheffing in Glabbeek is al meer dan 30 jaar niet gestegen en is met 756 opcentiemen één van de allerlaagste in de ruime regio. In onze buurgemeenten is een eigen huis bezitten de voorbije jaren namelijk wel heel wat duurder geworden:
Tielt-Winge: onroerende voorheffing 850,13 opc (of 12,5% duurder)
Bekkevoort: onroerende voorheffing 882 opc (of (of 17% duurder)
Kortenaken: onroerende voorheffing 929 opc (of 23% duurder)
Tienen: onroerende voorheffing 982 opc (of zelfs 30% duurder)
En in Mechelen, U weet wel die grote gemeente waar de Vlaamse minister aan het roer staat die droomt van gemeentefusies is de onroerende voorheffing 1.100 opc of een huis bezitten jaarlijks 40% duurder dan in Glabbeek.
Maar ook onze gemeentelijke afvalfactuur is in Glabbeek sinds dit jaar de allerlaagste in Vlaanderen geworden en hierdoor betaald een gemiddeld gezin ruim 100 euro per jaar minder gemeentebelastingen via de afvaltarieven. Wij heffen in Glabbeek ook geen belastingen op onbebouwde gronden of een tijdelijk leegstaande woning en ook bedrijven betalen hier geen aparte belastingen.
Dames en heren,
De bestuurs– en slagkracht van een gemeente heeft dan ook absoluut niets te maken met de grootte van een gemeente. Belangrijker is de visie, kennis, inzet, zuinigheid, daadkracht en bestuurskwaliteit van de lokale bestuurders. In Glabbeek voeren we deze legislatuur een beleid van 16 miljoen euro, dat we doordacht financieren door maar liefst 11 miljoen euro Europese, federale, Vlaamse en provinciale subsidies naar ons dorp te halen en gaan we voor 3 miljoen euro lenen. In grote buurgemeente Tienen voert men deze legislatuur een beleid van 35 miljoen euro waarvoor ze maar amper 1 miljoen euro subsidies van de hogere overheden naar hun stad halen en men daardoor voor maar liefst 30 miljoen euro moet gaan lenen. Met deze cijfers heb je dus dadelijk door hoe het nu komt dat sommige gemeenten nu eenmaal een enorm hoge schuld per inwoner hebben.
De fusies in 1977 kan je trouwens totaal niet vergelijken met vrijwillige gemeentefusies van vandaag, de dorpen waren toen heel klein en konden inderdaad amper hun taken uitvoeren. Maar de gemeenten van vandaag die op hun centen letten kunnen dit namelijk wel, kijk maar naar ons dorp waar we intussen al bijna 10 jaar een fors investeringsbeleid voeren en toch financieel gezond blijven in de toekomst. En neen het gaat niet over mijn sjerp of de postjes van dit gemeentebestuur, maar over de centen van alle inwoners en vooral onze eigenheid als dorp.
In de meest recente Vlaamse gemeentemonitor werden we door onze inwoners nog bekroond tot tweede beste gemeente in Vlaanderen op vlak van vertrouwen in ons als gemeentebestuur. Uit dezelfde grootschalige enquête van de Vlaamse overheid blijkt bovendien dat het vertrouwen in de federale overheid nog amper 11% is en het vertrouwen in de Vlaamse overheid met slechts 16% niet veel groter is. Dat uitgerekend onze hogere overheden die meer dan ooit uitgespuwd worden door hun eigen volk nog maar de pretentie hebben om de slagkracht van het laagste bestuursniveau dat tenminste wel werkt in twijfel durft te trekken is ronduit beschamend.
Politieke voorstanders van vrijwillige fusies beweren ook graag dat je het vandaag beter vrijwillig doet, want dat ze op termijn toch verplicht zullen worden. Dit is echter een enorm bizarre stelling omdat de huidige Vlaamse regering geen verplichte fusies oplegt en enkel een toekomstige Vlaamse regering die dit zou kunnen beslissen zelfs nog eerst moeten verkozen worden door de mensen. Dus in 2024 heeft elkeen van ons namelijk de keuze of we al dan niet op bepaalde Wetstraatpartijen willen stemmen die ons dorp wil opdoeken.
En neen ik zou niet zo radicaal tegen gemeentefusies zijn als wij de inwoners van Glabbeek hier beter van worden en de inwoners hier tenminste zelf kunnen over beslissen. Mocht Vlaanderen morgen een nieuwe staatshervorming uittekenen met grotere gemeenten die echt meer financiële slagkracht zouden krijgen en kunnen zorgen voor een goedkoper leven van de mensen, dan ben ik de eerste die mee aan tafel wil gaan zitten. Maar als men zoals vandaag enkel uit politiek eigenbelang van sommige partijen fusies nastreeft zal ik er de grootste tegenstander van blijven en mijn dorp verdedigen tot het uiterste.
Er zijn vandaag namelijk problemen genoeg waar men zich in de Wetstraat beter mee zou bezig houden. Want vinden we het nog allemaal normaal dat onze auto voltanken vandaag meer dan het dubbel kost van amper een jaar geleden? Vinden we het nog normaal dat onze ongeziene energiefactuur een tweede aanslagbiljet is geworden dat voor meer dan 65% bestaat uit taksen, heffingen, BTW en allerhande belastingen? Vinden we het nog normaal dat we in een land leven met de allerhoogste belastingen ter wereld en de staatsschuld elk jaar groter blijft worden? Vinden we het nog normaal dat we in één van de welvarendste landen leven en toch meer en meer mensen moeilijker en moeilijker kunnen rondkomen? En vinden we het nog normaal dat we in een land leven met zoveel parlementen, regeringen, provincies en intercommunales waar een kat haar jongen niet meer in vindt en als het er op aan komt niemand nog weet wie voor wat bevoegd is?
Met deze 11-juliboodschap trek ik ten strijde tegen alle halve waarheden en hele leugens over gemeentefusies die sommige politici al veel te lang gratuite konden poneren. En vanuit de Dorpstraat roep ik de Wetstraat op om eindelijk eens hun tijd te gaan steken in de échte problemen van vandaag waar de mensen wel van wakker liggen in plaats van hun tijd te verdoen met te fantaseren over gemeentefusies die een overgrote meerderheid van de Vlamingen niet vraagt en wenst.
Leve Vlaanderen, leve Glabbeek!