"Eén straat kan al een verschil maken"
Voor hetzelfde elektriciteitsverbruik betalen de inwoners van Kortrijk of Kruishoutem 75 euro meer dan die van Merksplas. Dat heeft te maken met de 'distributienettarieven' die de intercommunales aanrekenen om elektriciteit aan huis te brengen. Niet alleen zijn die met 35 procent gestegen, het tarief ligt in de ene gemeente tot de helft hoger dan in de andere. Vlaams parlementslid Peter Reekmans (LDD) vraagt minister Van den Bossche om één tarief voor alle Vlamingen. Twee gezinnen uit Kortrijk en Merksplas die hetzelfde contract hebben afgesloten bij pakweg Electrabel en evenveel stroom verbruiken, krijgen toch een ander bedrag te zien op hun elektriciteitsfactuur. Voor het gezin uit Kortrijk zal die 75 euro per jaar hoger liggen dan in Merksplas. Dat heeft te maken met de distributienettarieven. Grofweg 70 procent van de elektriciteitsfactuur gaat naar het energie-bedrijf, zoals Electrabel, dat stroom levert. 30 procent gaat naar de intercommunale die de stroom verdeelt. Het eerste bedrijf kan je vrij kiezen, het tweede niet. Afhankelijk van waar je woont, zit je vastgekluisterd aan een intercommunale. Soms kan één straat het verschil maken. Inwoners van Tremelo betalen zo elk jaar 20 euro minder dan de inwoners van Baal, nochtans een deelgemeente van Tremelo. In Baal is PBE de netbeheerder, in Tremelo Eandis-dochter Iverlek. En PBE is 20 euro duurder.
Grote verschillen
De tarieven voor een gezin van vier met een modaal verbruik lopen uiteen van 155 euro tot 230 euro per jaar, zo blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Peter Reekmans (LDD) opvroeg bij de CREG, de federale energiewaakhond. Opvallend is dat de prijzen sinds 2007 met 35 procent zijn gestegen. "De Vlamingen betalen nu bijna 158 miljoen euro méér dan in 2007", zegt Peter Reekmans. "Bovendien zijn er intercommunales zoals Sibelgas Noord die hun tarieven meer dan verdubbeld hebben, van 85 naar 180 euro, terwijl AGEM, het gemeentelijk energiebedrijf van Merksplas, sinds 2007 geen enkele verhoging heeft doorgevoerd en nog steeds 155 euro aanrekent." De uiteenlopende tarieven roepen heel wat vragen op. "Zelfs binnen één bedrijf, Eandis, zijn er grote verschillen", merkt Reekmans op. Eandis groepeert zeven intercommunales. De goedkoopste, het Antwerpse IMEA, vraagt een modaal gezin 160 euro. De duurste, Gaselwest, vraagt 230 euro. "Wat is het nut van een intercommunale als een gemeentebedrijf goedkoper energie kan verdelen?", vraagt Reekmans. "En waarom hanteren de intercommunales die zijn aangesloten bij Eandis andere prijzen?"
"Dat heeft te maken met het verschil tussen landelijke en verstedelijkte gebieden", zegt Simon Van Wijmeersch van Eandis. "Gaselwest bedient vooral landelijke gemeenten in West- en Oost-Vlaanderen. Daar liggen de huizen verder uit elkaar." Of het dan niet logisch zou zijn om één tarief te hanteren van de kust tot Limburg? "Je kan je inderdaad afvragen of het wenselijk is om naar één tarief te gaan voor iedereen", geeft Van Wijmeersch toe. "Maar dat is een zaak van de politiek." Daarom vraagt Peter Reekmans Vlaams energieminister Freya Van den Bossche (sp.a) om werk te maken van één tarief voor iedereen: "Als iedereen het tarief van AGEM in Merksplas zou betalen, zou dat een besparing zijn van 117 miljoen euro voor alle Vlamingen." Hij eist ook een doorlichting van de intercommunales door het Rekenhof. Bron: HLN (24/9/09)
