BRUSSEL 01/03 (BELGA) = Het aantal processen-verbaal voor stroperij in Vlaanderen is van 208 in 2008 gestegen naar 249 in 2009 en 269 in 2010. De meeste pv's werden in 2010 opgemaakt in West-Vlaanderen (96), gevolgd door Oost-Vlaanderen (82), Limburg (44), Antwerpen (24) en Vlaams-Brabant (23). Dat blijkt uit het antwoord van Vlaams minister van Natuur Joke Schauvliege op een schriftelijke vraag van Peter Reekmans (LDD). In 2010 werden 71 pv's opgesteld voor stroperij bij de jacht, 95 bij visserij en 103 bij beschermde soorten. "De meest voorkomende diersoorten die slachtoffer worden van stroperij zijn vooral zangvogels zoals vink, putter, sijs, barmsijs, kneu, groenling, goudvink, kruisbek, Europese kanarie, staartmees, klauwier, appelvink, maar ook buizerd, slechtvalk en patrijs. Verder ook andere diersoorten zoals paling, haas, vos en steenmarter", aldus minister Schauvliege. Het Agentschap voor Natuur en Bos beschikt slechts over zeer gedeeltelijke informatie over het gevolg dat aan deze pv's gegeven werd. In de gekende dossiers variëren de strafrechtelijke boetes van 55 tot 5.500 euro, soms gecombineerd met een gevangenisstraf van enkele maanden. De gekende minnelijke schikkingen variëren van 350 tot 1.750 euro. In 2010 werden naar schatting 40 procent van de pv's naar de
afdeling Milieuhandhaving gestuurd met het oog op bestuurlijke handhaving. De eerste boetes die deze afdeling heeft opgelegd beliepen telkens 154 euro, voor het vissen zonder vergunning. Bron: Belga 1/3/11