BRUSSEL 17/11 (BELGA) = De aandacht die Eén en vtm in hun tv-journaals besteden aan Vlaamse parlementsleden hangt in de eerste plaats samen met het aantal voorkeurstemmen en functie in het parlement, en veel minder van de parlementaire activiteiten van de volksvertegenwoordigers. Dat blijkt uit een analyse door het Elektronisch Nieuwsarchief van de UA en K.U.Leuven van de journaals die van 7 juni 2009 tot 30 juni 2011 uitgezonden werden. Slechts de helft van de 10 meest actieve Vlaamse parlementsleden kwam in deze periode minstens 1 keer aan bod in de journaals. Meest actief was Peter Reekmans (LDD) met 899 parlementaire initiatieven. Hij kreeg 135 seconden spreektijd, waarmee hij 8e eindigde in de rangorde van de parlementsleden met de meeste spreektijd. Open Vld-er Dirk Van Mechelen (717 initiatieven) kreeg 12 seconden en eindigde 42ste. CD&V-er Paul Delva, met 579 initiatieven het derde meest actieve parlementslid, kwam niet aan bod. De meeste aandacht was er voor Open Vld-er Sven Gatz (463 seconden), gevolgd door Filip Dewinter (Vlaams Belang) met 436 seconden en Jan Peumans (N-VA) met 295 seconden. Volgens de onderzoekers wordt de aandacht die een parlementslid in de journaals krijgt in grote mate bepaald door het aantal voorkeurstemmen en de functie. Zo krijgen fractieleiders bijvoorbeeld meer spreektijd en staan de zeven fractievoorzitters in de top-20 van parlementsleden met de meeste spreektijd. Andere opvallende vaststellingen zijn dat oppositiepartijen meer aan bod komen dan meerderheidspartijen. Parlementsvoorzitter Jan Peumans komt in verhouding tot anderen ruim aan het woord, veel meer dan zijn voorgangers als voorzitter. Ondanks het steeds groter wordende aantal Vlaamse bevoegdheden wordt er in de televisiejournaals nog
steeds veel meer over het federale parlement bericht.