Met de beslissing om het mes te zetten in de mandaten bij intercommunales en huis-vestingsmaatschappijen treffen de Vlaamse meerderheidspartijen ook zichzelf. Met het besluit van Vlaams minister van Wonen Freya Van den Bossche (SP.A) wordt straks ook het evidente in een regel gegoten. De besturen van sociale huisvestingsmaatschappijen zullen straks minstens een lid moeten tellen met juridisch-technische expertise in sociaal wonen, één bestuurder met financieel-economische expertise en één met sociale expertise. En dat gebeurt alleen omdat het nodig is. De voorbije jaren kwamen er in meer dan één huisvestingsmaatschappij schandalen en schandaaltjes aan het licht. De huisvestingsmaatschappij van Vilvoorde werd onder externe controle geplaatst na financieel wanbeheer, andere maatschappijen moesten fusioneren, een frauderende directeur werd ontslagen. Telkens bleek dat de raden van bestuur van wisselende kwaliteit zijn. Sommige zijn een voorbeeld, andere zijn hopeloos verzwakt door politieke inmenging. Van de 43 maatschappijen die de voorbije jaren een visitatiecommissie over de vloer hebben gekregen om de werking door te lichten, hebben er vijf een verbeterplan opgelegd gekregen. De Vlaamse regering legt zich niet meer neer bij de partijpolitieke achtergrond van vele raden van bestuur. Bestuurszitjes in die organisaties waren decennialang een manier om lokale politici tevreden te stellen, ook al gaat het vaak om bijzonder technische materie die niet iedereen onder de knie had. Maar de publieke opinie pikt dat niet meer. En in de oppositie stelden Vlaamse parlementsleden als Peter Reekmans (LDD) de uit de hand lopende kosten aan de kaak. De jongste jaren is het geweer van schouder veranderd. Eerst werd het mes gezet in de mandaten bij energiecommunales, nu komen de huisvestingsmaatschappijen aan de beurt. Minister van Energie en Wonen Freya Van den Bossche (SP.A) is daar de grote voortrekker van. Minister van Milieu Joke Schauvliege (CD&V) deed hetzelfde met de mandaten bij het waterbedrijf VMW, vandaag de Watergroep. Daarmee zijn de klassieke partijen (CD&V, SP.A en Open VLD) bereid te snijden in eigen vel, want het gros van de mandaten die verdwijnen, wordt nu ingevuld door hun mandatarissen, al kreeg na de jongste gemeenteraadverkiezingen ook de N-VA een deel van de koek. Op lokaal vlak wordt het hen niet altijd in dank afgenomen. In verscheidene partijen is de strijd tussen de verdedigers van gemeentelijk initiatief en autonomie en de aanhangers van meer efficiëntie nog volop aan de gang. Tegelijk blijven andere intercommunales nog altijd buiten schot. In de crematoria, de afval-, de milieu- en de streekintercommunales, om maar die te noemen, is er nog niet ingegrepen. De strijd om efficiënte lokale samenwerking is dus nog niet gestreden, al is een nieuwe belangrijke stap vooruit gezet. Het besluit met de nieuwe regels voor de huisvestingsmaatschappijen is nu voor advies naar de Raad van State en moet nog deze regeerperiode definitief goedgekeurd worden door de Vlaamse regering. Bron: De Standaard 8/4/2014