De Burgemeesters Theo Francken (N-VA) en Peter Reekmans (Dorpspartij) hebben namens de gemeentebesturen van Lubbeek en Glabbeek bij de intercommunale PBE 2 fundamentele discussies aangekaart.
1/ Op 24 mei 2013, vlak voor de Algemene Vergadering van de PBE en de hieraan verbonden benoeming van een nieuwe Raad van Bestuur, is de uittredende Raad van Bestuur samengekomen om een zwaarwichtige beslissing te nemen. Tijdens deze vergadering werd ijlings nog een beslissing genomen aangaande een lening van 500 miljoen euro. Op basis van de beginselen van behoorlijk bestuur lijkt het eerder gepast om dergelijke zwaarwichtige beslissing over te laten aan de nieuwe RvB. Deze lening heeft bovendien een zwaarwichtige financiële impact op de betrokken gemeenten en zou daarom eerst door de betrokken gemeenteraden goedgekeurd moeten worden. Dit is niet gebeurd, wat wij als bestuursploegen in Lubbeek en Glabbeek ten zeerste betreurden.
Op basis van het decreet ‘intergemeentelijke samenwerking’ van 06/07/2001 en op de omzendbrief van 11/01/2002 die duidelijk stipuleren dat de belangrijkste beslissingen aan de algemene vergadering en dus aan de individuele gemeenteraden dienen te worden voorgelegd, hebben de gemeenten Lubbeek en Glabbeek een klacht ingediend bij PBE. Op 06 augustus 2013 kregen de gemeenten Lubbeek en Glabbeek het volgende antwoord van PBE:
“In overleg met onze interne juridische dienst en met het advocatenkantoor Stibbe, en na bespreking in de schoot van het Bestuurscomité van de PBE, werd op 06 augustus 2013 aan de gemeenten Lubbeek en Glabbeek geantwoord dat noch de wet van 22 december 1986, noch de statuten van de PBE vereisen dat de betwiste beslissing van de Raad van Bestuur van de PBE van 24 mei 2013 door de Algemene Vergadering (of de aandeelhouders) zou moeten worden genomen of goedgekeurd.”
“De statuten van de PBE bepalen daarentegen dat de Raad van Bestuur over de meest uitgebreide bevoegdheden beschikt voor het stellen van alle daden van beheer of van een beschikking, die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel van de intercommunale, behalve voor die handelingen waarvoor volgens de wet of de statuten enkel de Algemene Vergadering bevoegd is. Die wet en de statuten bevatten geen bepalingen die de goedkeuring van leningen, borgstellingen of financiering afhankelijk maken van de goedkeuring door de algemene vergadering (of de aandeelhouders).”
De gemeenten Lubbeek en Glabbeek namen kennis van dit antwoord. Dit neemt echter niet weg dat PBE op geen enkele wijze tegemoet komt aan onze fundamentele bekommernis ten aanzien van gemeentelijke inspraak bij beslissingen met zwaarwichtige financiële implicaties. Het gemeentebesturen van de gemeenten Lubbeek en Glabbeek achten een statutenwijziging waarin de beslissingsbevoegdheid in dossiers met zwaarwichtige financiële gevolgen verschuift van de Raad van Bestuur naar de Algemene Vergadering absoluut noodzakelijk. Daarenboven is het de Vlaamse Minister van Binnenlands Bestuur Geert Bourgeois die ons expliciet dit advies gaf naar aanleiding van een gelijkaardige klacht die –de gemeenten Lubbeek en Glabbeek samen - indienden bij het Agentschap voor Binnenlands Bestuur tegen de beslissing van de raad van bestuur van Riobra van 14 juni 2013 (zie bijgevoegde brief). Deze klacht werd ontvankelijk doch ongegrond verklaard. De Minister stelt hierbij letterlijk: “Hoewel de Raad van Bestuur binnen zijn bevoegdheden heeft gehandeld vind ik dat er met beslissingen die zwaarwichtige financiële gevolgen hebben, toch omzichtig omgesprongen moet worden. De vragen die u zichzelf als gemeentebestuur stelt, vind ik dan ook legitiem. Het juridisch instrument om in de toekomst gelijkaardige gevallen te vermijden is een statutenwijziging waardoor de bevoegdheid voor zware financiële beslissingen verschuift van de RvB naar de Algemene vergadering. Het is enkel via deze preventieve weg dat toekomstige problemen vermeden kunnen worden.”
Gelet op het feit dat een statutenwijziging enkel kan op een Algemene Vergadering vragen de gemeentebesturen van Lubbeek en Glabbeek om op de eerstvolgende AV de statuten in deze zin te wijzigen.
2/ Op de agenda van de eerstvolgende Algemene Vergadering staat er eveneens een statutenwijziging geagendeerd die bij ons vele vragen oproept.
Het gaat meer bepaald om volgende wijzigingen:
• De PBE mag haar doel ook verwezenlijken door samen te werken met gemeenten, andere samenwerkingsverbanden en, zelfs met derden, of door het verzekeren van het beheer of van de exploitatie voor rekening van haar vennoten van alle installaties of ondernemingen die verband houden met het vennootschapsdoel, door het verzekeren van alle diensten die met die activiteiten verband houden, door het nemen van een participatie in publiekrechtelijke of privaatrechtelijke ondernemingen waarin de gemeenten rechtstreeks of onrechtstreeks kunnen participeren en/of door het sluiten van alle overeenkomsten ter zake.
• De PBE mag alle technische, commerciële, administratieve, economische, financiële, sociale, en andere verrichtingen doen die rechtstreeks of onrechtstreeks met haar doel verband houden.
Burgemeesters Theo Francken en Peter Reekmans: “Wij staan als gemeentebesturen kritisch tegenover dergelijke maximale uitbreiding van de taakstelling en opdracht van de intercommunale PBE. Wij vinden het onze taak om als behoeders van het algemeen belang toe te zien op een correcte invulling van de opdracht van onze intercommunales. Met deze statutenwijziging wordt er volgens ons te ver afgeweken van de kerntaak van de intercommunale PBE. Gelet op de pijnlijke ervaringen uit de recente geschiedenis (Gemeentelijke Holding, Electrawinds, TMVW) kunnen de gemeentebesturen van Lubbeek en Glabbeek niet akkoord gaan met deze statutenwijziging.”