De auteur van deze opinie Peter Reekmans is burgemeester van Glabbeek en nationaal LDD-ondervoorzitter
In de gemeente Glabbeek was er recent een ware inbrakenplaag die door fors opgedreven politiecontroles en meer waakzaamheid bij de bevolking ingedijkt werd. Maar deze inbrakenplaag verplaatst zich continue naar andere kleinere landelijke gemeenten. In de politiezone Hageland die bestaat uit de kleine landelijke gemeenten Glabbeek, Kortenaken, Geetbets, Tielt-Winge en Bekkevoort gebeurden er dit jaar al ruim 180 inbraken. Ter vergelijking, in 2012 en 2013 waren dit er op een gans jaar net geen 100, in 2014 daalde dit cijfers zelfs en sinds april 2015 hebben we een explosie van inbraken. Voor Glabbeek met 17 woninginbraken in 2014 staat de teller voor dit jaar al op meer dan 50 interventies voor woninginbraken. Goed georganiseerde inbrekersbendes kiezen meer en meer de kleinere gemeenten als werkterrein. Als burgemeester kan je enkel inzetten op meer (tijdelijke) politiecontroles, de inwoners oproepen waakzamer te zijn en inbraakpreventie. Ondanks deze inspanningen blijft het onveiligheidsgevoel toch dag na dag toenemen. Het probleem: het federaal plan inzake preventie en veiligheid 2014-2017 is voornamelijk gericht is op steden en grotere gemeenten. Het veiligheidsfonds van Binnenlandse Zaken wordt enkel gebruikt voor steden en gemeenten te ondersteunen in hun algemeen preventieve werking. Concreet betekent dit o.a. de financiering van strategische plannen, preventieambtenaren, stadswachten, burgerinformatiediensten, ... Het zijn de steden en de grotere gemeenten die elk jaar opnieuw met de grootste hap uit dit budget gaan lopen, terwijl de kleinere gemeenten gewoonweg niet het personeel hebben om deze subsidiedossiers voor te bereiden. Dan moeten we inderdaad niet schrikken dat de onveiligheid deze dagen net enorm toeneemt in de kleine gemeenten. Een steekproef van de 100 laatste inbraakberichten in Vlaams-Brabant leert mij dat er vandaag maar liefst 65% van de recentste inbraken gebeurden net in kleine gemeenten binnen een politiezone van meer gemeenten waarbij de lokale politie moet waken over de veiligheid van een minder dichte bevolking over een veel grotere oppervlakte.
Mensen mogen verwachten dat een overheid niet alleen investeert in verkeerscontroles die vooral geld opbrengen voor de schatkist, maar er tenminste ook voor zorgt dat iedereen zich thuis terug veiliger kan voelen
Als burgemeester stel ik daarom voor om de middelen uit het veiligheidsfonds eindelijk ook aan te wenden voor de kleinere gemeenten en voor echt accuraat politiebeleid. Politici hebben steeds de mond vol van ANPR-camera's die door nummerplaatherkenning heel wat criminaliteit zouden kunnen detecteren en oplossen. Maar buiten enkele steden en gemeenten in de grensstreek zijn er amper gemeenten die ze vandaag hebben of wegens financiële redenen gewoonweg niet kunnen plaatsen en beheren. Ik pleit er daarom voor om de 117 politiezones in Vlaanderen federale steun te geven voor het uitrollen van een landelijk ANPR-netwerk naar analogie met Nederland waar men hiermee al lange tijd geleden mee gestart is. Het uitrollen van zo een ANPR-netwerk in Vlaanderen over gans Vlaanderen kost vijfhonderd miljoen euro. Als je weet dat de FOD Financiën in 2014 maar liefst 428.536.832 euro heeft ontvangen door enkel de inningen van verkeersboetes dan is dit zeker een haalbaar en vooral betaalbaar voorstel. Mensen mogen verwachten dat een overheid niet alleen investeert in verkeerscontroles die vooral geld opbrengen voor de schatkist, maar er tenminste ook voor zorgt dat iedereen zich thuis terug veiliger kan voelen. Dit ANPR-netwerk uitrollen over gans Vlaanderen is de enige methode die snel overal effect zal hebben (ook in minder dicht bevolkte gemeenten) en de politie de mogelijkheid geeft om de rondtrekkende inbrekersbendes sneller te detecteren en op te sporen. Maar ook het nieuwe justitieplan van de federale regering dat enkele maanden oud is maakt de strijd tegen inbrekers nog moeilijker. Dit plan is gewoon een cadeau voor zogenaamde "kleine criminelen" zoals inbrekers en heeft een aanzuigeffect op criminelen uit alle windstreken dat het in ons land veilig "werken" is. Want het straffen beneden één jaar afschaffen betekent op die manier diefstallen en inbraken in de praktijk onbestraft laten. Bron: Weekendkrant De Morgen 29-30/8/15