De werktijdenregeling binnen de brandweerzone Vlaams-Brabant Oost bestond vroeger uit een 24-urensysteem dat steeds vlekkeloos en zonder problemen gewerkt heeft. Sinds begin dit jaar werd er overgeschakeld op een 12-urensysteem. Het is net deze nieuwe werktijdenregeling die vandaag zorgt voor heel wat problemen en de wrevel heeft opgewekt bij alle brandweermannen, waardoor de vakbonden met acties zijn gestart. Terecht acties omdat de huidige situatie inderdaad onhoudbaar is geworden. Sinds de brandweerhervorming kost de gemeentelijke bijdrage voor de brandweer bijna aan alle 32 gemeenten van de zone 30 tot 50% meer, op uitzondering van Leuven en Tienen. Een duurdere kostprijs voor de gemeenten, minder dienstverlening en een onderbemand brandweerkorps zijn vandaag de realiteit geworden. In heel wat brandweerposten is er regelmatig een onderbezetting en enkel door massaal vrijwilligers in te zetten kan men vandaag nog grotendeels blijven functioneren. Maar ook het massaal inzetten van vrijwilligers gaat in de toekomst voor bijkomende problemen zorgen. Er werden onlangs 30 vrijwillige brandweermannen aangeworven als beroepsbrandweermannen, maar deze nieuwe aanwervingen leverde dus geen extra arbeidskrachten op en bovendien zorgde dit initiatief er ook voor dat tegelijk het aantal vrijwilligers fors geslonken is. Bijkomend probleem is dat hierdoor de meeste vrijwilligers nu al in de helft van het jaar hun maximaal aantal uren bereikt hebben die voor hen op jaarbasis fiscaal gunstig zijn. Door het 12-urensysteem weigeren de meeste brandweermannen bovendien ook om in te tekenen op een opt-out regeling. Bij de omschakeling naar het nieuw urensysteem begin dit jaar werd erop gerekend dat bijna alle brandweermannen voor deze opt-out regeling zouden kiezen. Deze opt-out regeling laat toe dat de beroepsbrandweermannen 10 uren per week overuren kunnen maken op vrijwillige basis. Doordat de meeste dit vandaag weigeren, zorgt dit natuurlijk mee voor een onderbezetting van de verschillende brandweerposten.
Willen we het huidig 12-urensysteem blijven handhaven dan zijn er niet alleen opnieuw meer vrijwilligers nodig, maar moeten er ook massaal nieuwe beroepsbrandweermannen aangeworven worden. Deze extra aanwervingen en de kostprijs voor de vrijwilligers die fors stijgt zorgt natuurlijk voor een nieuwe extra kostenplaatje. In het huidig 12-urensysteem zonder opt-out werkt een beroepsbrandweerman vandaag bovendien 60 uren per maand of 15 uren per week minder. Om de onderbezetting in het huidig systeem te kunnen opvangen in de toekomst moet er voor 2.5 beroepsbrandweermannen er 1 extra aangeworven worden om een optimale dienstverlening te kunnen garanderen. Vandaag zijn er in de zone een 173-tal operationele beroepsbrandweermannen, in de praktijk wil dit dus zeggen dat er ruim 69 nieuwe aanwervingen dienen te gebeuren. Dit zal leiden tot een extra kostprijs van ruim 3 miljoen euro extra personeelskosten per jaar, te vermeerderen nog met de extra kostprijs voor de vrijwilligers die fors stijgt. Vooral de extra personeelskosten zijn gewoon niet realistisch en zullen opnieuw zware financiële tussenkomsten van de gemeenten vereisen.
Terug overschakelen op het vroegere 24-urensysteem zoals de brandweermannen eisen heeft duidelijk een veel lager kostplaatje voor de brandweerzone op voorwaarde dat alle brandweermannen ook collectief de opt-out regeling aanvaarden. In een vast dienstverband van 24/72 zal een beroepsbrandweerman opnieuw werken aan 48 uren i.p.v. de huidige 38 uren. Deze extra overuren kunnen per week of om de 14 dagen in een halve wachtdienst gepresteerd worden. Dit systeem vereist geen nieuwe aanwervingen, maar heeft door de extra opt-out uren ook een meerprijs, maar deze zal veel lager en haalbaarder zijn dan nieuwe aanwervingen. Ook de kostprijs voor de vrijwilligers zal in dit systeem terug fors dalen terwijl er ook geen gebrek aan vrijwilligers zal zijn.
Wat houdt de brandweerzone dan tegen om terug over te schakelen van het huidig 12-urensysteem naar het vroegere 24-uren systeem?
Enkele burgemeesters en de korpsleiding baseert zich hiervoor op de recente omzendbrief van de minister van Binnenlandse Zaken waar deze zich kant tegen een 24-urensysteem. Deze omzendbrief heeft echter geen enkele wettelijke waarde. De minister kondigt in deze omzendbrief een wetgevend initiatief aan, doch dit zal er nooit komen omdat Brussel en Wallonië hier nooit mee akkoord zullen gaan. Ook dit dossier heeft hierdoor alweer duidelijk een communautair kantje. In een antwoord op een parlementaire vraag in de commissie Binnenlandse Zaken van de Kamer van Volksvertegenwoordiger op 13 juli 2016 nuanceerde de minister zelfs zijn eigen omzendbrief op een vraag hierover, zijn letterlijk antwoord: “De beslissingen in verband met humanresourcesbeheer vallen onder de bevoegdheid van de hulpverleningszone zelf en kunnen variëren in functie van de veiligheid, beschikbaarheid van de vrijwilligers, van de risicoanalyse en van de statistische verdeling van het aantal keren dat de diensten moeten uitrukken… In de omzendbrief werd de aandacht van de zones gevestigd op de gezondheid en de veiligheid van de brandweermannen. Eén en ander brengt geen wijziging van de bestaande regeling mee en heeft geen regelgevend karakter. Uit een juridisch oogpunt hoeft er op korte termijn niets te veranderen. Alvorens er over een regelgevend ontwerp kan worden gepraat moet er eerst nagegaan worden in welke mate shifts van 24 uur schadelijk zijn in vergelijking met shifts van 8, 12 of 16 uur.” Samengevat als de brandweerzone beslist terug te keren naar het vroegere systeem van 24-uren is er geen enkele wetgeving die dit vandaag verbiedt. In heel wat andere brandweerzones werkt men vandaag nog steeds met dit 24-urensysteem.
Tot vandaag beschikt geen enkele burgemeester over een juiste financiële berekening van het 12-urensysteem en het 24-urensysteem. Er wordt dus al weken gepraat en onderhandeld zonder dat de zoneraad het kostenplaatje van beide werktijdenregelingen kent. Ook het gebrek aan een meerjarenplan zorgt ervoor dat er geen enkele ernstige toekomstvisie is voor de brandweerzone Vlaams-Brabant Oost. Enkel dit meerjarenplan en een financiële berekening van beide systemen kunnen leiden tot een oplossing. Op mijn vraag zal er eindelijk eerst een financiële berekening worden gemaakt alvorens we ten gronde kunnen debatteren. Pas als dit in de loop van september op tafel ligt kunnen de burgemeester met financiële kennis ter zake overleggen en een beslissing nemen zonder blindelings in een financieel avontuur te stappen dat elke gemeente in de toekomst nog meer zal kosten. Goed bestuur begint bij een duidelijk financieel beleid.
Burgemeester Peter Reekmans