De auteur van deze opinie is Peter Reekmans, burgemeester van Glabbeek en gewezen fractieleider in het Vlaams Parlement
Deze brandweerhervorming is een regelrechte ramp die voor de meeste gemeenten de gemeentelijke bijdrage aan de brandweer tot ruim 50% deed stijgen, zonder hiervoor maar iets in de plaats te krijgen, integendeel zelfs. Ondanks het feit dat de factuur verdubbelde, verminderde de dienstverlening en heerst er vandaag algemene ontevredenheid bij de meeste brandweermannen. De zogenaamde hervorming van de Civiele Veiligheid die in 2007 werd opgestart is eveneens het mooiste voorbeeld van een mislukte politieke schaalvergroting. De organisatie van de brandweer ging op 1 januari 2015 volledig over van een gemeentelijke organisatie naar een zonaal systeem. Het Koninklijk Besluit over de hulpverleningszones verdeelde België in 34 hulpverleningszones. België telde tevoren 251 intergemeentelijke brandweerdiensten. Het was voormalig federaal minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet (cdH) die het dossier van de brandweerhervorming doorzette in 2011. Net zoals de politiehervorming moest ook deze hervorming leiden tot schaalvoordelen door het samenvoegen van de hulpdiensten van de gemeenten. Zo moest ze zorgen voor een beperking van het administratief personeel waardoor er meer brandweerlui op het terrein actief zouden kunnen zijn. In 2007 werd bovendien al aangekondigd dat de federale overheid de helft van de kosten van de brandweer zou gaan betalen. Maar het bedrag dat de gemeenten in 2013 betaalden voor de brandweer was 541 miljoen euro en de federale dotatie bedroeg slechts 64 miljoen euro. Op deze plannen kwam in het federaal parlement terecht forse kritiek van N-VA (toen nog een oppositiepartij). We waren toen ver verwijderd van de 50/50-verhouding waarin de federale overheid de helft van de totale kosten zou bijdragen en steden en gemeenten de andere helft. Maar eens in de meerderheid zette de huidige minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) de hervorming van zijn voorgangster gewoon verder. Van de kritiek van N-VA in de oppositie is intussen niets meer overeind gebleven. Vandaag zijn we nog verder af van deze 50/50-doelstelling. Men heeft deze verplichte fusie van kleinere brandweerzones, die wel degelijk goed en vooral goedkoper werkten, tot één grote nieuwe zone vanuit de Wetstraat opgelegd. Geen enkele gemeente was vragende partij voor deze grootschalige fusieoperatie die aanvankelijk politiek verkocht werd als een schaalvergroting die kostenbesparend zou werken en de dienstverlening zou verbeteren.
Ook de vakbonden en brandweermannen staan vandaag intussen op hun achterste poten en dreigen met stakingen. Meer dan terecht, want sinds deze peperdure fusie die de meeste gemeenten het dubbele kost is er zelfs minder brandweerpersoneel van wacht, waardoor de kwaliteit van de dienstverlening en de veiligheid dus onaanvaardbaar gedaald is. Ik was een van de weinige burgemeesters die hier openlijk voor waarschuwde. Ik steun intussen meer dan ooit als burgemeester de brandweermannen op het terrein die vandaag terecht klagen over een gebrek aan middelen en de gedaalde dienstverlening. Want een hervorming die ertoe leidt dat er net minder personeel en materiaal beschikbaar is, terwijl de meeste gemeenten bijna allemaal meer moeten betalen is, alweer niets waar de politiek trots moet op zijn. In de zomer van 2016 heb ik op hun vraag een delegatie van een tiental brandweermannen van de hulpverleningszone Vlaams-Brabant Oost als burgemeester ontvangen op het gemeentehuis. De frustraties bij de brandweermannen die ontstaan zijn sinds de brandweerhervorming zaten de brandweermannen na anderhalf jaar in de hervormde zone zeer hoog. Voor heel wat gemeenten steeg door deze brandweerhervorming de brandweerfactuur, terwijl de dienstverlening intussen fors daalde en de werkomstandigheden voor de brandweermannen op het terrein sterk verslechterde. Om tot een oplossing te komen en acties te vermijden ging ik als burgemeester in gesprek met de ‘basis’, de brandweermannen zelf. Zij waren heel tevreden dat er toch één burgemeester van de 32 gemeenten van de hulpverleningszone Vlaams-Brabant Oost het gesprek met hen wilde voeren en vooral wilde luisteren naar hun problemen en terechte frustraties. Sinds het ontstaan van de nieuwe hulpverleningszone heeft de brandweerzone nog steeds geen meerjarenbeleidsplan omtrent de technische middelen en werkomstandigheden. Een zoneraad met 32 burgemeesters en 35 officieren als korpsleiding aan het hoofd slaagt er dus zelfs nog niet in een noodzakelijk meerjarenbeleidsplan met een toekomstvisie te maken. Dit alleen al zegt genoeg over de kwaliteit van bepaalde structuren die de politiek in het leven roept en hoe een jaarlijks werkingsbudget voor de nieuwe hulperveleningszone Vlaams-Brabant Oost van ruim 23 miljoen euro wordt beheerd.
De situatie is in 2016 – nog geen anderhalf jaar na de start van de nieuwe hulpverleningszone – totaal uit de hand gelopen en niet langer houdbaar.
De voorbeelden hiervan stapelden zich op. Eén post kon al regelmatig geen gehoor geven aan een noodoproep voor een brand wegens onvoldoende personeelsleden. De hoofdpost Leuven moest al hulp krijgen van een andere brandweerzone, de zone Vlaams-Brabant West, om te komen blussen in Leuven enkel en alleen omdat er op dat ogenblik één andere oproep was. Eén post moest al eens met maar vier brandweermannen naar een noodoproep vertrekken en moest ter plaatse tien minuten wachten op versterking om indien nodig de woning te kunnen betreden om een redding uit te voeren. Eén post haalt bijna permanent zijn minimumbezetting niet en moet continu beroep doen op andere posten om gehoor te kunnen geven aan noodoproepen. Tot slot er is zelfs een permanent acuut gebrek aan kledij voor de brandweermannen. Door de nieuwe werktijdenregeling is er niet alleen een personeelstekort, maar dreigt er ook binnenkort een acuut gebrek aan vrijwilligers. Beiden zouden onmiddellijk kunnen worden opgelost door opnieuw het 24-urensysteem (dat tot verleden jaar 40 jaar gehanteerd werd) in te voeren in plaats van het huidige 12-urensysteem van vandaag dat duidelijk niet werkt en geleid heeft tot grote frustraties bij de brandweermannen. Maar de brandweerleiding en enkele burgemeesters hebben totaal geen oren naar de verzuchtingen van de brandweermannen en het herinvoeren van een 24-urensysteem. Door opnieuw het 24-urensysteem in te voeren zouden er zelfs geen extra aanwervingen nodig zijn, waardoor de werking zelfs opnieuw goedkoper en beter zou worden. Bovendien zullen ook de aanrijtijden bij interventies terug verbeteren. Het 12-urensysteem zorgt regelmatig voor een onderbezetting bij de ploegen die van wacht zijn, een toename van het ziekteverzuim, voor extra overuren en een overdreven belasting van de vrijwilligers. Vrijwilligers kunnen op jaarbasis namelijk een aantal uren als brandweerman presteren die fiscaal interessant zijn. Halverwege dit jaar zitten de meeste vrijwilligers al boven dit plafond van gepresteerde uren en daardoor haken ze af. Maar ondanks het feit dat de zoneraad zelf toegeeft dat zij het nieuwe systeem verkeerd heeft ingeschat, wil men liever extra personeel aannemen. In plaats van een voor de hand liggende oplossing te nemen gooit men dus geld weg om geen gezichtsverlies te lijden. Op een moment dat deze regeling een oplossing kan bieden in een sociaal conflict gooit de bevoegde minister met een omzendbrief nog eens extra olie op het vuur. Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) jaagde alle brandweermannen tegen zich in het harnas met een omzendbrief in mei 2016 over de 24 urenshift. Hij kantte zich hierin tegen het systeem van 24-urenshifts en kondigde een wetsontwerp aan om dat te hervormen. Hij haalde gezondheidsargumenten aan en steunde zich op recente studies van verhoogde cardiologische problemen en burn-outs bij shifts van meer dan twaalf uur. Maar tegelijk wil de minister wel vrijwillige brandweermannen meer 's nachts en tijdens het weekend mobiliseren omdat hun beschikbaarheid op die momenten groter is. Heel opmerkelijk, want loopt een vrijwilliger die gepresteerd heeft bij een andere werkgever en dan 's nachts en in het weekend werkt minder gevaar voor gezondheidsproblemen dan een beroepsbrandweer? Een vrijwilliger is volgens de minister dus immuner tegen hartklachten en burn-outs! Dit is alweer eens een mooi voorbeeld hoe de Wetstraat problemen creëert waar er geen zijn en de minister slaagde er zelfs in met dit initiatief brandweermannen te motiveren om aan te sluiten bij de stakingen waar ze eerst niet aan deelnamen.
De brandweerhervorming moest ertoe leiden dat er een volledige keten van hulpverlening is en niet enkel meer brandbestrijding. De dienstverlening zou door deze hervormingen verbeteren, luidde het. Het aanvoelen van veel brandweermannen en ook van mezelf is dat de kwaliteitsvolle dienstverlening die er vroeger voor de brandweerhervorming was absoluut niet behouden is. In plaats van meer veiligheid zorgde deze hervorming voor minder veiligheid en hogere kosten voor de gemeenten.