De eerste vliegtuigcrash in Glabbeek was die van een Britse bommenwerper Vickers Wellington R1471 (code KO-T) van het 115de
RAF squadron 78 jaar geleden in de nacht van 5 op 6 augustus 1941 omstreeks 1u35. De Nieuw-Zeelandse piloot Luitenant F.L. Litchfield en vijf andere bemanningsleden waren met hun vliegtuig type Vickers Wellington om 22u47 opgestegen in Marham (Norfolk Engeland) en vlogen naar Mannheim Karlsruhe onder Frankfurt, om er een bommentapijt uit te gooien. Dit type vliegtuig was een tweemotorige bommenwerper die tijdens de oorlog vooral als nachtbommenwerper gebruikt werd. In Sint Truiden hadden de Duitsers een vliegveld, van waarop nachtjagers van het 1ste Staffel opstegen om nachtbommenwerpers aan te vallen. Iets na twee uur die nacht schoot piloot Luitenant Hans Joachim Redlich van de Duitse Luchtwaffe de Engelse bommenwerper boven Glabbeek neer. De piloot schakelde alle motoren en elektriciteit uit om het brandgevaar bij de crash te verminderen, trachtte nog in glijvlucht zijn vliegtuig aan de grond te zetten, maar raakte tijdens de noodlanding enkele bomen in een bos in Zuurbemde en stortte neer in de achterliggende weide.
De gewonden werden in het huis van Frans en Bertha Harry-Willems in de Kersbeekstraat nr. 5 te Glabbeek-Zuurbemde binnengebracht en kregen er de eerste zorgen. Piloot Luitenant F.L. Litchfield, tweede piloot sergeant R.M. Hilton Jones en sergeant E.F. Lambert waren zo goed als ongedeerd. De drie andere sergeanten hadden minder geluk. D.A. Boutle was het zwaarst gekwetst hij had een schedelbreuk en buiten bewustzijn en men dacht dat hij zou sterven, daardoor kreeg hij zelfs de laatste sacramenten toegediend door pastoor Van Maegdenberg, Walker had een zware beenbreuk onder de knie en A.S. Lawson was zwaar gewond in het aangezicht. Uit een handgeschreven document van de Glabbeekse dokter Eugene Homans krijgen we een duidelijk zicht over wat er die nacht precies gebeurd was met de zes inzittenden van de gecrashte bommenwerper. Het was Jules Vangramberen die dokter Eugene Homans die nacht, op vraag van burgemeester Victor Mertens, kwam halen om op de plaats van de crash de gewonden te verzorgen. Dokter Homans schrijft over drie gewonden, die op geïmproviseerde brancards naar het dichtstbijzijnde huis werden gebracht. Hij bracht uren door bij de gewonde militairen en verzorgde hun wonden en diende de zwaarst gewonden morfine toe. Dankzij de dorpsdokter en de burgemeester werden de gewonden naar het ziekenhuis in Leuven gebracht. Volgens een ooggetuigenis van Georgette Depré die als jong meisje in de buurt woonde en ter plaatse ging kijken zou het verzet snel ter plaatse geweest zijn. Schoolmeester Maurice Vanhemelen zorgde voor burgerkleding voor de Engelse militairen, maar dat was door de gewonden een onbegonnen zaak. De bemanning heeft ook nog tevergeefs geprobeerd om het toestel in brand te steken om het zo uit handen van de Duitsers te houden. Het verzet kreeg de zes Engelsen niet tijdig weg en ze werden allen gevangen genomen door de Duitsers. De Duitsers hebben het vliegtuig gedemonteerd en voor onderzoek meegenomen. Na verzorging in het hospitaal in Leuven en nadien in het ziekenhuis Instituut Bordet in Brussel werden ze als krijgsgevangen naar Duitse kampen in Polen en Litouwen gebracht. De zes inzittenden van deze vliegtuigcrash in Glabbeek kregen allen op het einde van de oorlog de oorlogsdecoraties ‘War Medal’ en ‘Campaign Star’.