De Dorpspartijmeerderheid is klaar met de meerjarenbegroting 2020-2025 voor het OCMW- en de gemeente. Het financieel berekend Dorpspartijverkiezingsprogramma “Het Dorpsplan 2.0” vormt de basis van onze gemeentelijke meerjarenbegroting 2020-2025. Deze meerjarenbegroting werd goedgekeurd door de meerderheidsfractie en staat geagendeerd op de gemeenteraad van donderdag 19 december 2019.
16.185.000 euro investeringen met 12.840.973 euro subsidies
“Glabbeek zal de komende 5 jaren opnieuw een fors investeringsbeleid voeren en voor 16.185.000 euro aan investeringen doen. Om deze te financieren haalde het gemeentebestuur hiervoor maar liefst 12.840.973 euro Europese, federale, Vlaamse en provinciale subsidies naar Glabbeek” stelt burgemeester Peter Reekmans (Dorpspartij).
Gemeentelijke schulden dalen tegen 2025 en blijven laagste van de regio
Tussen 2020 en 2025 vervallen er voor 2.500.000 euro aan oude leningen en wordt er maar 2 miljoen euro opnieuw geleend, waardoor de schulden van de gemeente zullen dalen tegen 2025. Vandaag is de schuld van de gemeente 770 euro per inwoner, tegen 2025 zal deze dalen onder de 700 euro schuld per inwoner. Glabbeek heeft bovendien de laagste schuld per inwoner van alle gemeenten in Oost-Brabant en onze schulden zijn bijna de helft van het Vlaams gemiddelde van 1.371 euro per inwoner. Door onze gemeentelijke leninglast te doen dalen, kunnen we tegen 2025 de schulden van de gemeente doen dalen.
Ter vergelijking: de totale schuld per inwoner met buurgemeenten: Glabbeek (770 euro), Tienen (1.653 euro), Kortenaken (1.476 euro) en Bekkevoort (1.752 euro).
De beleids- en beheerscyclus (BBC) die gemeenten sinds 2014 van de hogere overheid moeten voeren bepaald dat er een meerjarenplan moet opgemaakt worden na het eerste jaar van de legislatuur. Het meerjarenplan vormt de kern van de BBC en een gemeentebestuur legt hierin de grote lijnen van het beleid voor de komende jaren vast. In het kader van de BBC moet elk gemeentebestuur financieel in evenwicht zijn. Deze evenwichtsvereiste is dubbel en wordt beoordeeld op basis van de autofinancieringsmarge (AFM) en het resultaat op kasbasis.
Onze gemeentelijke spaarpot groeit aan tegen 2025
Het financieel evenwicht van een gemeente wordt beoordeeld op basis van de autofinancieringsmarge (AFM) en het resultaat op kasbasis. Daarom is een positief resultaat op kasbasis - dit is het restbedrag van de financiële reserves van de gemeente na aftrek van alle investeringen op het einde van de bestuursperiode - zeer belangrijk. De finale beoordeling van het financieel evenwicht gebeurt op basis van het laatste jaar in het meerjarenplan. Het gecumuleerde budgettaire resultaat (spaarpot van de gemeente) in het laatste jaar van het meerjarenplan is 2.433.310,41 euro. Ter vergelijking: bij het begin van de vorige bestuursperiode in 2013 was het gecumuleerde budgettair resultaat 2.532.847,19 euro en bij het begin van deze bestuursperiode in 2018 was het gecumuleerde budgettair resultaat 2.138.329,30 euro.
Elk jaar een budget met een overschot tot 2025
De autofinancieringsmarge (AFM) van een gemeente is het verschil tussen het saldo dat de gemeente jaarlijks vanuit zijn werking overhoudt en de aflossingen van leningen. Deze AFM geeft aan of de financiën van het bestuur duurzaam in evenwicht zijn en of de gemeente in staat is haar leningslasten te dragen vanuit het overschot uit de gewone werking. De AFM moet van de hogere overheid pas positief zijn in het laatste boekjaar van het meerjarenplan. Het gemeentebestuur van Glabbeek kiest er echter opnieuw voor om de AFM elk jaar in het meerjarenplan 2020-2025 positief te houden.
AUTOFINANCIERINGSMARGES VAN HET MEERJARENPLAN 2020-2025:
2020: 168.561,84 euro
2021: 291.148,03 euro
2022: 416.252,36 euro
2023: 455.368,22 euro
2024: 463.000,63 euro
2025: 569.142,35 euro
“Glabbeek heeft in tegenstelling tot heel wat andere gemeenten, van 2020 tot 2025 elk jaar een overschot op haar eigen dienstjaar. Een gemeente moet trouwens om haar autofinancieringsmarge (AFM) in orde te hebben enkel een overschot hebben in het laatste jaar (2025). Onder Dorpspartijbeleid zorgen we ook deze legislatuur opnieuw voor een overschot elk jaar, wat een uitzondering is, maar wel een toonbeeld van een gezond financieel doordacht beleid. Bovendien voeren we de komende jaren opnieuw een fors investeringsbeleid en tegelijk laten we tegen 2025 de schulden van de gemeente dalen en de gemeentelijke spaarpot aangroeien. Wij zijn als Dorpspartijmeerderheid enorm fier op ons sterk financieel beleid en vinden het uitermate belangrijk dat elke inwoner op de hoogte is en blijft van hoe een gemeentebestuur met de publieke middelen omgaat.” besluit burgemeester Peter Reekmans.