Als de coronacrisis en de recente waterramp ons één ding geleerd hebben dan is het net dat het vooral de (kleinere) gemeenten zijn die in dit land nog als enige beleidsniveau voldoende slagkracht hebben. Burgemeester Peter Reekmans (Dorpspartij) van Glabbeek: “Het is hoogtijd dat er eindelijk eens iemand fors ten strijde trekt tegen het politiek opportunistisch discours voor gemeentefusies. Want de enige reden waarom verschillende traditionele partijen op termijn een nieuwe fusie van gemeenten willen is enkel uit eigenbelang. De hoofdreden hiervan is namelijk dat deze partijen nog amper nieuwe mensen kunnen aantrekken en gewoonweg in alle 300 gemeenten in Vlaanderen amper nog een verkiezingslijst kunnen vullen. Jarenlang een compleet wereldvreemd beleid voeren heeft nu eenmaal een stevige prijs voor quasi elke Wetstraatpartij. Het is trouwens geen toeval dat in Vorselaar, Glabbeek, Knokke en Zuienkerke, vier gemeenten uit de top vijf in de Vlaamse gemeentemonitor de inwoners nog wel een groot vertrouwen hebben in hun gemeentebestuur. Deze vier kleinere gemeenten worden bovendien bestuurd door een lokale partij met een duidelijke volstrekte meerderheid. Uit deze grootschalige enquête van de Vlaamse overheid blijkt bovendien dat het vertrouwen van de Vlamingen in de federale overheid nog amper 11% is en het vertrouwen in de Vlaamse overheid met slechts 16% niet veel groter is. Dat uitgerekend onze hogere overheden die meer dan ooit uitgespuwd worden door hun eigen volk nog maar de pretentie hebben om de slagkracht van het laagste bestuursniveau in twijfel te trekken is eerder de schaamte voorbij.”
Burgemeester Reekmans: “Laat het nu net de gemeenten zijn die in de coronacrisis continue het geblunder rond de onduidelijke coronaregels lokaal moesten bijsturen om een draagvlak ervoor te behouden. Laat het nu net de (kleinere) gemeenten zijn die hun bevolking mondmaskers bezorgden, waar de hogere overheden met veel gestuntel pas maanden later in slaagden. En laat het nu net de lokale besturen zijn en niet onze 9 ministers van gezondheid die van de vaccinatiecampagne een succes maakten. Maar ook bij de recente waterramp stonden de Vlaamse en Waalse gemeenten er bij de eerste noodhulp aan hun inwoners gewoon alleen voor. Gelukkig zijn er nog gouverneurs die de gemeenten in tijden van crisis een beetje ondersteunen, want van het legertje ministers in dit land moet je al lang geen daadkracht meer verwachten. In een normaal land dat getroffen wordt door een ongeziene natuurramp zit een minister van binnenlandse zaken in de cockpit van het crisiscentrum en stuurt deze met zijn/haar diensten de hulpacties aan. In ons land zitten we opgezadeld met een onervaren minister van binnenlandse zaken zonder stemmen die in de media durft toeteren dat het Rode Kruis en de gemeenten de noodhulp onder elkaar moeten regelen. Dat er geen enkele journalist is die dan de vraag stelt: minister wat is uw rol en deze van de federale regering in deze ramp toont ook alweer aan hoe kritisch onze media vandaag nog amper is. En dat de vorige minister van binnenlandse zaken amper drie jaar geleden maar liefst vier van de zes kazernes van de Civiele Bescherming gesloten heeft in het kader van de brandweerfusie bewijst alweer hoe pienter de Wetstraatpartijen zijn. De brandweerfusie werd de gemeenten opgelegd en voor deze draak van een hervorming betalen de gemeenten vandaag jaarlijks ruim 50% meer voor de werkingskosten zonder dat de dienstverlening omhoog ging. Dit is een mooi voorbeeld hoe efficiënt de politiek fusies realiseert: het kost meer en je krijgt minder. Het wegvallen van de nabijheid van de Civiele Bescherming wordt vandaag zo goed en zo kwaad als mogelijk opgevangen door de gemeentebesturen. De oplossing is dus niet minder gemeenten, maar wel véél minder ministers en parlementsleden. De bestuurs– en slagkracht van een gemeente heeft dan ook absoluut niets te maken met de grootte van een gemeente. Belangrijker is de visie, inzet, zuinigheid, daadkracht en bestuurskwaliteit van de lokale bestuurders. Gemeentebesturen klein of groot die hun stiel kennen worden beloond, al de rest wordt terecht afgestraft. Als de coronacrisis en de recente waterramp ons één ding geleerd hebben dan is het dat er gelukkig nog 300 Vlaamse gemeenten zijn met een gemeentehuis dichtbij de mensen of de volkswoede tegen de politiek was vandaag al niet meer te overzien.”