Als de coronacrisis en de waterramp in de zomer ons één ding geleerd hebben dan is het net dat het vooral de (kleinere) gemeenten zijn die in dit land nog als enige beleidsniveau voldoende slagkracht hebben en enig vertrouwen genieten van de bevolking. Het is hoogtijd dat er eindelijk fors ten strijde wordt getrokken tegen het politiek opportunistisch discours voor gemeentefusies van sommigen. Want de enige reden waarom verschillende traditionele partijen fusies van gemeenten willen is enkel uit politiek eigenbelang. Deze partijen slagen er door hun jarenlangs slecht (financieel) beleid nog amper in om bekwame mensen te kunnen aantrekken in alle gemeenten in Vlaanderen om nog een verkiezingslijst te kunnen vullen. Jarenlang een compleet financieel desastreus beleid voeren heeft nu eenmaal een stevige prijs voor quasi elke Wetstraatpartij. Wat er de voorbije dagen zich afspeelde in Boortmeerbeek toont duidelijk aan hoe wereldvreemd en arrogant het merendeel van de politici van traditionele partijen ook al lokaal geworden zijn. De combinatie van een compleet incompetente burgemeester van Boortmeerbeek met autocratische trekjes en een arrogante titelvoerende burgemeester van Mechelen die zijn macht als minister gewoon misbruikte leidde tot een ongezien en terecht volksprotest.
Het is trouwens geen toeval dat in Vorselaar, Glabbeek, Knokke en Zuienkerke, vier gemeenten uit de top vijf in de Vlaamse gemeentemonitor de inwoners nog wel een groot vertrouwen hebben in hun gemeentebestuur. Deze vier kleinere gemeenten worden bovendien bestuurd door een lokale partij met een duidelijke volstrekte meerderheid. Uit deze grootschalige enquête van de Vlaamse overheid blijkt bovendien dat het vertrouwen van de Vlamingen in de federale overheid nog amper 11% is en het vertrouwen in de Vlaamse overheid met slechts 16% niet veel groter is. Dat uitgerekend onze hogere overheden die meer dan ooit uitgespuwd worden door hun eigen volk nog maar de pretentie hebben om de slagkracht van het laagste bestuursniveau in twijfel te trekken is eerder de schaamte voorbij. Het is bovendien een pure schande hoe een Vlaamse minister van binnenlands bestuur zoals Bart Somers (open VLD) de regelgeving durfde aanpassen op maat van zijn eigen stad om deze te kunnen laten fusioneren met een dorp uit een andere provincie. Als burgemeester zadelde uitgerekend hij namelijk zijn stad op met één van de allerhoogste schulden in Vlaanderen.
Want over de financiële gezondheid van de kleinere en grotere gemeenten valt namelijk één en ander te vertellen. Het zijn vooral de grotere gemeenten en steden die het financieel al jaren niet meer aankunnen, terwijl uitgerekend zij al jaren veel meer middelen uit het Gemeenten- en Stedenfonds ontvangen dan de kleinere gemeenten. Deze doen het vandaag allemaal veel slechter dan de talrijke plattelandsgemeenten die steeds bescheiden en voorzichtig met de publieke financiën omsprongen. Als je de schuld per inwoner en financiële slagkracht van de 300 Vlaamse gemeenten bekijkt dan zal je merken dat de top 50 van financieel gezonde gemeenten enkel bestaat uit kleinere gemeenten.
Voorstanders van gemeentefusies beperken zich voornamelijk tot de voorbeelden van Nederland, waar een gemeente gemiddeld 40.000 inwoners telt en Denemarken, waar een gemeente gemiddeld 56.000 inwoners telt. Steeds wordt er gezwegen over bijvoorbeeld het Duitse en Franse model die deze stelling volledig overhoopgooiden. Onze gemeenten zijn ook helemaal niet zo klein. Van alle EU-landen zijn er maar negen die gemiddeld grotere gemeenten hebben dan Vlaanderen. België behoort nu al tot de landen met een relatief groot inwonersaantal per gemeente. Duitsland, Oostenrijk en Noorwegen hebben veel meer kleine gemeenten dan Vlaanderen. Duitsland heeft gemiddeld slechts 6.700 inwoners per gemeente en 77% van de Duitse gemeenten heeft minder dan 5.000 inwoners, terwijl dit in Vlaanderen maar 4% is. Als we dan toch over efficiëntie en slagkracht spreken, dan staat Duitsland op de eerste plaats in Europa. Er zijn maar twee Europese landen waar de gemeenten het met minder middelen (in % bnp) doen dan in Vlaanderen. Dat zijn Luxemburg en Griekenland. Intussen bewijzen studies in Nederland en Denemarken dat hun gemeentefusies het overheidsbeslag niet konden terugdringen, integendeel zelfs. Gemeentefusies in Nederland zorgden niet voor lagere uitgaven en al zeker niet voor betere voorzieningen voor de inwoners. Uit een studie in 2014 van Maarten Allers en Bieuwe Geertsema van het onderzoekinstituut COELO (Centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden) van de Rijksuniversiteit Groningen blijkt echter dat gemeentelijke fusies om financiële redenen zinloos zijn. De gemeentelijke voorzieningen blijken er bovendien niet beter van te worden. In de periode dat het onderzoek liep, van 2001 tot 2012, zijn 197 gemeenten gefusioneerd. Zij werden omgevormd tot 75 nieuwe gemeenten. De gemiddelde gemeente heeft in Nederland nu 40.000 inwoners en de voorziene besparing van een miljard euro werd een gigantische meerkost voor de Nederlandse begroting. Allers en Geertsema vergeleken de uitgaven per inwoner in de periode 2012-2013 tussen gemeenten die wel en niet gefusioneerd werden na een fusie. Uit de fusies van de afgelopen tien jaar blijkt dat zonder uitzondering de nieuwe grotere gemeenten meer kosten dan de gemeenten waar ze uit voortkomen.
De bestuurs– en slagkracht van een gemeente heeft dan ook absoluut niets te maken met de grootte van een gemeente. Belangrijker is de visie, inzet, zuinigheid, daadkracht en bestuurskwaliteit van de lokale bestuurders. Gemeentebesturen klein of groot die hun stiel kennen worden beloond, al de rest wordt terecht afgestraft. Als de coronacrisis en de waterramp ons één ding geleerd hebben dan is het dat er gelukkig nog 300 Vlaamse gemeenten zijn met een gemeentehuis dichtbij de mensen of de volkswoede tegen de Wetstraat was vandaag al niet meer te overzien. Trouwens de Wetstraatpolitici zouden zich beter bezig houden met de échte problemen van vandaag in plaats van met gemeentefusies die een overgrote meerderheid van de bevolking in geen enkele gemeente vraagt of wenst. En als bepaalde gemeenten echt van geen hout pijlen meer weten te maken door jarenlang slecht beleid, geef de bevolking dan tenminste een duidelijke stem op voorhand over eendere welke fusie met een andere gemeente. Als Boortmeerbeek ons de voorbije dagen één ding geleerd heeft, is het wel dat de bevolking de politieke onzin van fusies van gemeenten gewoonweg niet langer meer pikt!
De auteur van deze opinie is Peter Reekmans, burgemeester van Glabbeek, gewezen volksvertegenwoordiger en fractievoorzitter in het Vlaams Parlement.