Al 21 plattelandsgemeenten eisen meer respect van Vlaamse overheid . “Het moet afgelopen zijn de plattelandsgemeenten de schuld te geven van alles wat er in Vlaanderen misloopt.” En dat protest klinkt steeds luider: al 21 burgemeesters van landelijke gemeenten komen in opstand tegen het “gebrek aan respect voor het platteland.” Ze eisen ook dat de controversiële mobiscore per direct wordt afgevoerd.
“Als ik die zogezegde specialisten over het platteland bezig hoor, dan krijg ik de indruk dat een plattelandsgemeente een soort van buitenaards wezen is, bevolkt door allemaal ET-achtige figuren dat best zo snel mogelijk in een baan rond de aarde wordt geschoten, wegens voor niks goed”, zucht Huub Broers, burgemeester van Voeren. De Limburgse gemeente is een van de meer dan 20 Vlaamse die – over de partijgrenzen heen – een motie onderschrijven waarin “dringend meer respect wordt geëist voor de Vlaamse plattelandsgemeenten”. Dat is al bijna de helft van de in totaal zo’n 50 Vlaamse plattelandsgemeenten. Mede-initiatiefnemer Peter Reekmans, burgemeester van het Vlaams-Brabantse Glabbeek, hoopt binnenkort een ontmoeting los te weken met Vlaams informateur Bart De Wever (N-VA), “zodat de volgende Vlaamse regering de plattelandsgemeenten opnieuw naar waarde schat.” Ook voor de burgemeester van het West-Vlaamse Kortemark is het nu wel genoeg geweest met het “continu beledigen en beschimpen” van het platteland en zijn inwoners. De laatste jaren kunnen we echt niks meer goed doen: we zijn precies de fout van alles, gaande van ontbossing tot lintbebouwing en files. De mobiscore, met haar barslechte punten voor wie het waagt op het platteland te wonen, was voor ons de druppel teveel. Alsof echt alles aan wonen op het platteland alleen maar negatief is”, zegt burgemeester Karolien Damman. “Wij lijken de fout van alles”, zegt ook Lieven Latoir, burgemeester van het Oost-Vlaamse Sint-Lievens-Houtem, “terwijl er met geen woord wordt gerept over de loodzware inspanningen van kleine gemeenten als de onze, om de dorpskern levendig te houden: via de bouw van scholen, het aantrekken van middenstand, het creëren van nieuwe woningen pal in de dorpskern”, aldus Lieven Latoir.
Door zich te verenigen hopen de burgemeesters nu opnieuw de nodige eerbied af te dwingen voor het platteland, waarbij ze ook naar extra financiële steun hengelen. “Uiteraard hebben steden veel meer problemen aan hun hoofd. Maar vandaag lijkt al het geld enkel en alleen naar de steden te vloeien, terwijl het platteland compleet aan zijn lot wordt overgelaten.” Dat respect moet overigens beginnen met het onmiddellijk afvoeren van de mobiscore “zolang de berekeningswijze niet is verbeterd”, zegt Reekmans. “Wonen in een goed uitgeruste dorpskern moet ook meer punten krijgen dan nu het geval is.” Voerens burgemeester Huub Broers: “Natuurlijk weten mensen die in Voeren komen wonen dat dit qua mobiliteit niet de meest ideale plek is. Maar misschien vinden die mensen de natuur, de rust, de mogelijkheid om te wandelen of het feit dat er minder verkeer is belangrijker qua levenskwaliteit dan zich snel naar een stad kunnen verplaatsen. Daar heeft een mobiscore zich niet mee te moeien.” Minister van Omgeving Koen Van den Heuvel (CD&V) heeft oren naar de verzuchtingen van de boze plattelandsgemeenten. Maar ook al uitte collega-minister Lydia Peeters (Open VLD) al forse kritiek op de mobiscore, van het afvoeren ervan – wat de plattelandsgemeenten vragen – is geen sprake. “Al zal de mobiscore binnenkort geëvalueerd worden, en eventuele fouten worden verbeterd”, aldus het kabinet Van den Heuvel. Bron: Het Nieuwsblad nationaal 5/7/19